Vragen Belastingverdrag Duitsland

De staatssecretaris van FinanciËn heeft gereageerd op een brief over de belastingheffing van inwoners van Nederland met een Duits socialezekerheidspensioen. Volgens de briefschrijver ondervindt deze groep negatieve inkomensgevolgen van het

De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op een brief over de belastingheffing van inwoners van Nederland met een Duits socialezekerheidspensioen. Volgens de briefschrijver ondervindt deze groep negatieve inkomensgevolgen van het belastingverdrag met Duitsland uit 2012. Onder het oude belastingverdrag met Duitsland was het heffingsrecht over deze pensioenen aan Duitsland toegewezen. Het huidige verdrag wijst het heffingsrecht over pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen toe aan de woonstaat als het totaal van de uit de andere staat ontvangen uitkeringen niet meer dan € 15.000 per jaar bedraagt.

Tijdens de goedkeuringsprocedure van het nieuwe verdrag zijn rekenvoorbeelden gegeven, waarbij zich geen inkomensachteruitgang voordeed. De exacte gevolgen zijn echter afhankelijk van de feiten en omstandigheden van een individuele belastingplichtige. De staatssecretaris wijst erop dat de belastingdruk voor inwoners van Nederland die een Duits pensioen van € 15.000 of minder ontvangen niet anders is dan voor inwoners van Nederland die een gelijk bedrag aan Nederlands pensioen ontvangen bij overigens gelijke omstandigheden. Er is daarom geen aanleiding om eenzijdig een vrijstelling te verlenen in situaties waarin het heffingsrecht over Duitse pensioenen aan Nederland wordt toegewezen.

Bron:Ministerie van Financiën| publicatie| 2021-0000201360 | 18-10-2021

Share:

More Posts

Geen voorziening voor toekomstige bedrijfsvoortzetting

Een varkenshouder vormt voorzieningen voor luchtwassers en asbestsanering. De inspecteur vordert na. Het hof oordeelt dat de voorzieningen terecht zijn gecorrigeerd. Voor investeringen ten behoeve van toekomstige bedrijfsvoortzetting kan geen

Gouden munten geen contant geld

Contant geld valt in box 3 sinds 2023 onder het lage rendementspercentage voor banktegoeden. De Kennisgroep ‘inkomstenbelasting niet-winst’ is van mening dat ter belegging gehouden gouden munten niet kwalificeren als contant geld. Deze gouden munten

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en drie maanden in 2031

In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is de jaarlijkse vaststelling geregeld van de AOW-gerechtigde leeftijd en de bijbehorende aanvangsleeftijd, de leeftijd waarop de AOW-opbouw begint. Deze zijn gekoppeld aan prognoses over de ontwikkeling van de

Send Us A Message