Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete

Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte alimentatiebetalingen in zijn belastingaangiften over 2019 en 2020. Na een verzoek om informatie door de Belastingdienst bleek dat hij ook nadat de

Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte alimentatiebetalingen in zijn belastingaangiften over 2019 en 2020. Na een verzoek om informatie door de Belastingdienst bleek dat hij ook nadat de alimentatieverplichting in juni 2019 was beëindigd bedragen in aftrek had gebracht. De inspecteur legde daarom navorderingsaanslagen op, samen met vergrijpboetes van 50%. De vraag was of deze boetes terecht waren en of er redenen waren om deze te matigen op grond van persoonlijke omstandigheden van de man.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur stelde dat sprake was van (voorwaardelijke) opzet, omdat de man wist dat de alimentatiebetalingen waren gestopt, maar deze desondanks bedragen in aftrek had gebracht. De boetes waren daarom vastgesteld op 50% van de verschuldigde belasting.

Standpunt van de man

De man stelde dat de boetes ten onrechte waren opgelegd, omdat hij de alimentatiebetalingen had doorgezet om een gezamenlijke lening met zijn ex-echtgenote af te lossen, die financieel niet in staat was deze aflossingen te doen. Hij verzocht om matiging van de boetes, omdat hij destijds in een moeilijke financiële en persoonlijke situatie verkeerde, mede door het overlijden van zijn ex-echtgenote.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de boetes terecht waren opgelegd, omdat de man wist dat hij geen recht meer had op de aftrek van alimentatiebetalingen en toch deze aftrek had geclaimd. Echter, de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man, waaronder het overlijden van zijn ex-echtgenote, zijn slechte financiële situatie en het feit dat hij volledige medewerking heeft verleend gedurende de procedure. Deze factoren leidden tot een matiging van de boetes van 50% naar 25%. Dit resulteerde in een vergrijpboete van € 562 voor 2019 en € 1.125 voor 2020.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt dat persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken een belangrijke rol kunnen spelen bij de beoordeling van vergrijpboetes. Hoewel opzet aanwezig was, werd de boete in dit geval verlaagd vanwege de moeilijke situatie van de belastingplichtige en zijn medewerking tijdens het proces. Heeft u vragen over vergrijpboetes of matiging daarvan? Neem contact met ons op voor deskundig advies.

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLINLRBNHO20245456, HAA 23/1482| 12-06-2024

Share:

More Posts

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

De staatssecretaris van Financiƫn heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in 2022, ontvangt hij een aanmaning van de Belastingdienst met € 18 aanmaningskosten. De ondernemer betwist deze kosten, omdat hij meent dat zijn

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van € 12,2 miljoen over zijn aanmerkelijk belang. Na tien jaar uitstel van betaling vraagt hij kwijtschelding, maar de Belastingdienst weigert,

Send Us A Message