Btw ook verschuldigd bij no show

Een internetveiling en de inspecteur worden het niet eens over de verschuldigdheid van omzetbelasting bij niet-verzilverde bonnen, ook wel no shows genoemd, die via de veiling zijn ‘gewonnen’. De veiling stelt dat er geen belastbare prestatie is

Een internetveiling en de inspecteur worden het niet eens over de verschuldigdheid van omzetbelasting bij niet-verzilverde bonnen, ook wel no shows genoemd, die via de veiling zijn ‘gewonnen’. De veiling stelt dat er geen belastbare prestatie is verricht, omdat de bonnen niet zijn verzilverd. Uiteindelijk moet de rechter eraan te pas komen om het geschil te beslechten.

Het hof oordeelt dat de vennootschap gebonden is aan de vaststellingsovereenkomsten die zij met de Belastingdienst heeft gesloten. Deze overeenkomsten bepalen dat niet-verzilverde bonnen als een btw-prestatie moeten worden beschouwd. Het hof stelt dat de vennootschap daarom omzetbelasting verschuldigd is op het moment dat de bon aan de winnaar van de veiling wordt verstrekt, ongeacht of deze bon uiteindelijk wordt verzilverd.

De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de vennootschap de omzetbelasting verschuldigd is op het moment van vooruitbetaling door de winnaar. Op dat moment is een voldoende nauwkeurig omschreven prestatie overeengekomen. De Hoge Raad oordeelt dat de veiling de bonnen verstrekt met het oog op de boeking of bestelling van de prestatie, en dat de winnaar recht heeft op uitvoering van de prestatie, ongeacht of hij dit recht daadwerkelijk uitoefent. Hierdoor blijft de ontvangen vergoeding belastbaar met omzetbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en bevestigt dat de inspecteur het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting terecht heeft afgewezen.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLI:NL:HR:2025:335| 27-02-2025

Share:

More Posts

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

De staatssecretaris van Financiën heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in 2022, ontvangt hij een aanmaning van de Belastingdienst met € 18 aanmaningskosten. De ondernemer betwist deze kosten, omdat hij meent dat zijn

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van € 12,2 miljoen over zijn aanmerkelijk belang. Na tien jaar uitstel van betaling vraagt hij kwijtschelding, maar de Belastingdienst weigert,

Send Us A Message