Irritatie over navordering onder de irritatiegrens

Een belastingplichtige, die zelf om een correctie vraagt, kan later geen beroep doen op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Ook als het bedrag van de navordering onder de zogenaamde irritatiegrens blijft, mag de Belastingdienst dit

Een belastingplichtige, die zelf om een correctie vraagt, kan later geen beroep doen op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Ook als het bedrag van de navordering onder de zogenaamde irritatiegrens blijft, mag de Belastingdienst dit navorderen. Een recente uitspraak van de rechter bevestigt dit.

Irritatiegrens bij navordering

Een belastingplichtige dient eerst zijn reguliere aangifte inkomstenbelasting 2021 in, waarin hij een belastbaar inkomen van € 25.076 opgeeft. Enkele maanden na de definitieve aanslag dient hij een herziene aangifte in. Hierin voegt hij onder andere resultaat uit overige werkzaamheden toe. Zijn belastbaar inkomen stijgt hierdoor naar € 26.648.

De Belastingdienst legt conform deze herziene aangifte een navorderingsaanslag op. In bezwaar wordt deze navorderingsaanslag verlaagd tot een belastbaar inkomen van € 25.531, wat resulteert in een teruggave van € 458.

De belastingplichtige stelt dat de navorderingsaanslag vernietigd moet worden op basis van het correctiebeleid van de Belastingdienst. Volgens dit beleid worden navorderingsaanslagen met een correctie onder de € 450 niet opgelegd, omdat dit onder de zogenaamde irritatiegrens valt.

Irritatiegrens niet bij verzoek

De rechtbank oordeelt dat de belastingplichtige geen beroep kan doen op dit correctiebeleid. De reden hiervoor is dat hij zélf om de navordering heeft verzocht door het indienen van de herziene aangifte. In de woorden van de rechtbank: "In een dergelijk geval zal geen sprake zijn van enige overschrijding van de irritatiegrens als vermeld in het beleid. Het is immers de belastingplichtige zelf die de aanzet heeft gegeven die tot navordering leidt."

De belastingplichtige in deze zaak stelt ook nog dat hij de herziene aangifte "niet had willen doen", maar dat verweer helpt hem niet. De rechtbank oordeelt dat hij de benodigde handelingen voor het indienen heeft verricht en daarmee het gevolg moet accepteren.
 

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBNHO:2025:1038 | 29-01-2025

Share:

More Posts

Verzoek om uitstel is geen bezwaar

Een schoenenwinkel krijgt te maken met een reeks gemeentelijke belastingaanslagen. De ondernemer vraagt hiervoor eerst uitstel van betaling aan en dient vervolgens een bezwaarschrift in. Hoewel de verzoeken om uitstel tijdig waren ingediend, biedt

Geen vergrijpboete door ondeskundigheid

Bij de overgang van een eenmanszaak naar een bv is het belangrijk een duidelijke scheiding in de boekhouding en facturatie aan te brengen. Dit voorkomt verwarring over wie de belastingplichtige ondernemer is. Onlangs moest de rechter oordelen in een

Vergoedingen onbelast, maar fiscaal gezien loon

Sinds de invoering van de werkkostenregeling (WKR) in 2011 is het loonbegrip in de loonbelasting verruimd. Werkgevers kunnen sindsdien vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Daardoor blijven ze onder voorwaarden

Kosten eHerkenning proportioneel en gerechtvaardigd

Een ondernemer met een bv weigert kosten te maken voor eHerkenning. Hierdoor kan hij geen btw-aangifte doen. De Belastingdienst legt daarom naheffingsaanslagen met boetes op. De ondernemer is het hier niet mee eens en gaat in beroep. Volgens hem is

Send Us A Message