Aanslag forensenbelasting te vroeg opgelegd

Forensenbelasting kan worden geheven van natuurlijke personen die in een gemeente, waar zij niet hun hoofdverblijf hebben, gedurende meer dan negentig dagen in een kalenderjaar de beschikking hebben over een gemeubileerde woning. De rechtbank

Forensenbelasting kan worden geheven van natuurlijke personen die in een gemeente, waar zij niet hun hoofdverblijf hebben, gedurende meer dan negentig dagen in een kalenderjaar de beschikking hebben over een gemeubileerde woning.

De rechtbank Noord-Nederland heeft enkele aanslagen forensenbelasting vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de aanslagen voortijdig opgelegd. De handelwijze van de gemeente is als volgt. De aanslagen forensenbelasting worden aan het begin van het belastingjaar opgelegd. Indien bezwaar wordt gemaakt, verleent de gemeente uitstel van betalingIn november van het belastingjaar vraagt de gemeentelijke heffingsambtenaar de verhuurgegevens op van woningen waarvoor een aanslag is opgelegd. Als dan blijkt dat de recreatiewoning niet meer dan negentig dagen aan de eigenaar of zijn gezin ter beschikking heeft gestaan, wordt de aanslag ingetrokken.

Uit de gemeentelijke belastingverordening volgt dat forensenbelasting materieel verschuldigd is zodra in een kalenderjaar een woning op meer dan negentig dagen ter beschikking heeft gestaan. Vanaf dat moment kan de materiële verschuldigdheid van de forensenbelasting worden vastgesteld en kan de aanslag in de forensenbelasting worden opgelegd. Ten tijde van het opleggen van de aanslagen over 2021 waren er in dat kalenderjaar minder dan negentig dagen verstreken. Dit betekent dat de materiële verschuldigdheid van de forensenbelasting voor het jaar 2021 nog niet kon worden vastgesteld. Het opleggen van de aanslagen forensenbelasting is daarmee in strijd met de gemeentelijke belastingverordening. De verordening kent niet de mogelijkheid van voorlopige aanslagen forensenbelasting.

Bron:Rechtbank Noord-Nederland| jurisprudentie| ECLINLRBNNE20222765, LEE 21/3254, 21/3255 en 21/3256| 31-07-2022

Share:

More Posts

Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025

De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2025 vastgesteld op € 75.864. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen voor 2025. De

AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030

De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030 vastgesteld. Deze leeftijden zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De

Send Us A Message