Coronacrisis geen aanleiding voor verlegging waardepeildatum winkelpand

De waarde van onroerende zaken in Nederland wordt jaarlijks vastgesteld. Als peildatum voor de waarde geldt 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar. Dat is anders indien de onroerende zaak na de peildatum wordt gewijzigd of van bestemming

De waarde van onroerende zaken in Nederland wordt jaarlijks vastgesteld. Als peildatum voor de waarde geldt 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar. Dat is anders indien de onroerende zaak na de peildatum wordt gewijzigd of van bestemming verandert of een verandering in waarde ondergaat als gevolg van een bijzondere omstandigheid. In dat geval wordt uitgegaan van de toestand op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld.

In een procedure over de WOZ-waarden van enkele winkelpanden was in geschil of de waardepeildatum verlegd diende te worden. De procedure betrof WOZ-beschikkingen van 2021, die uitgaan van de waarde op 1 januari 2020. De eigenaar van de winkelpanden meende dat in verband met de coronacrisis moest worden uitgegaan van de toestand op 1 januari 2021.

De coronacrisis en de in verband daarmee getroffen overheidsmaatregelen zouden invloed hebben gehad op de waarden van de onroerende zaken. De coronacrisis is wel een bijzondere omstandigheid, maar geen omstandigheid is die specifiek voor deze onroerende zaken geldt. Overigens volgt uit de wetsgeschiedenis dat overheidsmaatregelen, die de waarde kunnen beïnvloeden, geen grond zijn om de WOZ-waarde te bepalen per de toestandspeildatum in plaats van per de reguliere waardepeildatum. De rechtbank heeft het beroep van de eigenaar ongegrond verklaard.

Bron:Rechtbank Oost-Brabant| jurisprudentie| ECLINLRBOBR20222701, 21/2471, 22/513, 22/514, 22/515 en 22/516| 30-06-2022

Share:

More Posts

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

De staatssecretaris van Financiƫn heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in 2022, ontvangt hij een aanmaning van de Belastingdienst met € 18 aanmaningskosten. De ondernemer betwist deze kosten, omdat hij meent dat zijn

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van € 12,2 miljoen over zijn aanmerkelijk belang. Na tien jaar uitstel van betaling vraagt hij kwijtschelding, maar de Belastingdienst weigert,

Send Us A Message