Geen vrijval van herinvesteringsreserve door weigering van vergunning

Een tuinbouwer heeft een gedeelte van zijn grond verkocht en een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd om belastingheffing over de verkoopwinst uit te stellen. De herinvesteringsreserve moest uiterlijk in 2014 worden afgeboekt op vervangende

Een tuinbouwer heeft een gedeelte van zijn grond verkocht en een herinvesteringsreserve (hierna: HIR) gevormd om belastingheffing over de verkoopwinst uit te stellen. De herinvesteringsreserve moest uiterlijk in 2014 worden afgeboekt op vervangende investeringen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die uitstel rechtvaardigen. De kern van de zaak betreft de vraag in hoeverre een belastingplichtige aannemelijk moet maken dat een investering is vertraagd door bijzondere omstandigheden en dat een begin van uitvoering is gegeven.

Wettelijk kader: afboeken binnen drie jaar

Volgens de wettelijke regels moet een HIR in principe binnen drie jaar na afloop van het jaar, waarin deze is gevormd, worden afgeboekt op een nieuwe investering. Als binnen deze periode geen nieuwe investering plaatsvindt, valt de HIR vrij en wordt deze als winst in de belastingheffing betrokken. Verlenging van de driejaarstermijn is mogelijk wanneer de aanschaf of voortbrenging van het nieuwe bedrijfsmiddel door bijzondere omstandigheden is vertraagd en er al een begin van uitvoering is gegeven.

Standpunt van de tuinbouwer

De ondernemer, vennoot in een tuinbouw-VOF, stelde dat de HIR ten onrechte per 31 december 2014 is vrijgevallen. Hij voerde aan dat de geplande investering in een vervangend bedrijfsmiddel is vertraagd door de weigering van de gemeente om een bouwvergunning af te geven. De gemeente beriep zich op een bouwverbod voor de locatie waar de schuur zou moeten worden gebouwd. Volgens de ondernemer was al een begin van uitvoering gegeven door het ondertekenen van een aannemingsovereenkomst. Uiteindelijk is de bouw van de schuur pas in 2022 gerealiseerd.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur betoogde dat de HIR terecht is vrijgevallen. Volgens hem heeft de ondernemer niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de driejaarstermijn, omdat geen daadwerkelijk begin van uitvoering is gegeven aan de bouw van de schuren. De inspecteur wees erop dat in 2014 geen fysieke werkzaamheden waren gestart en dat de ondernemer slechts de intentie had om te investeren.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de ondernemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van bijzondere omstandigheden die de vertraging van de investering rechtvaardigden. Het enkel overleggen van een aannemingsovereenkomst volstond volgens de rechtbank niet om aan te tonen dat een begin van uitvoering was gegeven aan de investering.

Oordeel van het hof

In hoger beroep kwam het hof echter tot een ander oordeel. Het hof is van oordeel dat het standpunt van de gemeente, dat sprake is van een bouwverbod, een bijzondere omstandigheid vormt. Het hof twijfelde niet aan de verklaring van de tuinbouwer, dat op basis van het bestemmingsplan geen bouwverbod gold. De weigering van de gemeente om een bouwvergunning te verlenen vanwege het vermeende bouwverbod is een buiten de invloedsfeer van de tuinbouwer liggende omstandigheid. Daarnaast oordeelde het hof dat met het ondertekenen van de aannemingsovereenkomst voldoende aannemelijk is gemaakt dat er een begin van uitvoering was gegeven aan de investering. Volgens het hof is aan de wettelijke voorwaarden voldaan, ondanks dat de bouw van de schuren uiteindelijk pas in 2022 werd gerealiseerd. De ondernemer hoefde de herinvesteringsreserve van € 91.500 niet in zijn winst van 2014 op te nemen.

Conclusie

Dit arrest benadrukt het cruciale belang van een nauwkeurige onderbouwing en documentatie bij het toepassen van een herinvesteringsreserve. Als u zich in een vergelijkbare situatie bevindt of vragen heeft over het gebruik van de HIR in uw specifieke geval, is het essentieel om tijdig deskundig advies in te winnen.

Bron:Gerechtshof Den Haag| jurisprudentie| ECLINLGHDHA20241381, BK-23/662| 24-06-2024

Share:

More Posts

Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg

In december 2024 verzendt de Belastingdienst al aanslagen over 2025. Deze hebben een dagtekening in januari 2025. Dat kan de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025 zijn, maar mogelijk ook een andere aanslag. De Belastingdienst wijst erop deze

Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur

De staatssecretaris van Financiƫn heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld, dat hij het overgangsrecht bij de btw-verhoging op cultuur wil opschorten door middel van een beleidsbesluit. Hiermee is het in het Belastingplan 2025 opgenomen

ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025

Vanaf 2 januari 2025 kunnen woningeigenaren weer subsidie aanvragen voor de verduurzaming van hun woning. De Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) is dan weer beschikbaar. Het budget bedraagt € 555 miljoen. Een

Send Us A Message