Rentevergoeding over teruggaaf belastingheffing box 3?

In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van dit arrest is de vraag of een belastingplichtige aanspraak kan maken op

In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van dit arrest is de vraag of een belastingplichtige aanspraak kan maken op een rentevergoeding over de belastingteruggaaf. De Nederlandse wet voorziet daarin niet.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft die vraag bevestigend beantwoord. De belastingplichtige in die procedure heeft naar aanleiding van het Kerstarrest de volledige belasting in box 3 over de jaren 2017 en 2018 teruggekregen. Het hof heeft aan de belastingplichtige een rentevergoeding toegekend volgens de regeling van de belastingrente. De toekenning van de rentevergoeding heeft het hof gebaseerd op een bepaling uit het EVRM en een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

De staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) concludeert dat de rentevergoeding niet kan zijn gebaseerd op het door het hof genoemde artikel van het EVRM. Dat artikel is alleen van toepassing in procedures voor het EHRM.

De AG is van mening dat op grond van een ander artikel van het EVRM een vergoeding van schade niet zonder meer mag worden uitgesloten. Volgens de AG dient de belastingrechter de fiscale renteregelingen buiten toepassing te laten en de wettelijke rente over de teruggaaf te vergoeden. De AG merkt op dat het belastingrentepercentage mede gebaseerd is op budgettaire motieven en dus ook op andere overwegingen dan alleen de vergoeding van waardeverlies van geld door tijdsverloop.

De conclusie van de AG is dat de Hoge Raad de zaak kan afdoen door een vergoeding toe te kennen op basis van de wettelijke rente.

Bron:Hoge Raad| Conclusie AG| ECLINLPHR20231191, 23/00771| 21-12-2023

Share:

More Posts

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

De staatssecretaris van Financiƫn heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in 2022, ontvangt hij een aanmaning van de Belastingdienst met € 18 aanmaningskosten. De ondernemer betwist deze kosten, omdat hij meent dat zijn

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van € 12,2 miljoen over zijn aanmerkelijk belang. Na tien jaar uitstel van betaling vraagt hij kwijtschelding, maar de Belastingdienst weigert,

Send Us A Message