Verhuur onderneming verhindert bedrijfsopvolgingsregeling niet

De Successiewet kent een voorwaardelijke vrijstellingsregeling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen. Deze zogeheten bedrijfsopvolgingsregeling geldt zowel voor de erfbelasting als voor de schenkbelasting. Om de vrijstelling van toepassing te

De Successiewet kent een voorwaardelijke vrijstellingsregeling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen. Deze zogeheten bedrijfsopvolgingsregeling geldt zowel voor de erfbelasting als voor de schenkbelasting. Om de vrijstelling van toepassing te laten zijn, moet de verkrijger voldoen aan het voortzettingsvereiste. Dat houdt in dat de verkrijger de onderneming gedurende ten minste vijf jaar voortzet. De regeling geldt onder voorwaarden ook voor aandelen in een rechtspersoon, die een materiële onderneming drijft.

De Belastingdienst legde een navorderingsaanslag schenkbelasting op aan de verkrijger van de aandelen in een bv omdat niet aan het voortzettingsvereiste werd voldaan. Na de verkrijging van de aandelen verhuurde de bv de aanvankelijk zelf gedreven onderneming. Volgens de Belastingdienst was de bv door de verhuur opgehouden om winst uit onderneming te genieten.

Volgens Hof Den Bosch is de verhuur van een onderneming door een bv geen reden om de voorwaardelijke vrijstelling in te trekken en de bedrijfsopvolgingsregeling niet toe te passen. De vrijstelling wordt onder meer ingetrokken als een bv ophoudt uit de onderneming winst te genieten. Voor de inkomstenbelasting leidt de verhuur van een aanvankelijk zelf gedreven onderneming niet tot een staking of een overdracht van die onderneming. Het hof ziet niet in waarom dit voor de toepassing van de Successiewet anders zou zijn. Uit de tekst en de totstandkomingsgeschiedenis van de wet kan niet worden afgeleid dat de wetgever het voortzettingsvereiste zo heeft willen uitleggen, dat de oorspronkelijk verkregen onderneming ongewijzigd moet worden voortgezet.

Bron:Hof Den Bosch| jurisprudentie| ECLINLGHSHE20212396, 20/00155| 28-07-2021

Share:

More Posts

Laag tarief bij tijdelijk gebruik van meer dan zes maanden

De staatssecretaris van Financiƫn heeft het beroep in cassatie ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Den Haag van 10 april 2025. De uitleg van het hof biedt duidelijkheid omtrent de toepassing van het verlaagd tarief en de startersvrijstelling en

Aanmaningskosten terecht, ondanks beroep op verjaring

In 2016 ontvangt een ondernemer een naheffingsaanslag accijns van € 279.058. Zes jaar later, in 2022, ontvangt hij een aanmaning van de Belastingdienst met € 18 aanmaningskosten. De ondernemer betwist deze kosten, omdat hij meent dat zijn

Emigrant wint kwijtschelding van conserverende aanslag

Een Nederlandse ondernemer emigreert in 2012 naar Zwitserland en krijgt een conserverende aanslag van € 12,2 miljoen over zijn aanmerkelijk belang. Na tien jaar uitstel van betaling vraagt hij kwijtschelding, maar de Belastingdienst weigert,

Send Us A Message